grafiek:
www.beurs.nl
Artikels:
ratingbureau, risico enzo
juni 2010
modellen en voorspellen
maart 2010
Obligaties vertegenwoordigen het vreemde vermogen van een onderneming. Een obligatie is eigenlijk een lening die uitgegeven is door een onderneming of de Staat. Elke obligatie heeft net als een andere lening een bepaalde looptijd. Als de looptijd van de obligatie verstreken is, is de onderneming verplicht om de lening terug te betalen aan de obligatiehouder. Het bedrag dat de onderneming per obligatie terug moet betalen noemen we de nominale waarde. Een andere mogelijkheid is om de obligatie te herverstrekken Als er een lening verstrekt wordt, is er vantevoren afgesproken wat de rente is die betaald gaat worden. Zo werkt het ook bij een obligatie. Wat van belang is bij een obligatie is de couponrente. De couponrente geeft aan wat er periodiek (meestal jaarlijks) vergoed wordt aan de bezitter van de obligatie. De couponrente is een percentage van de nominale waarde van een obligatie. De nominale waarde is het bedrag dat terugbetaald moet worden door de onderneming aan de obligatiehouder aan het einde van de looptijd. (zoals u al zag) Overigens hebben niet alle obligaties een couponrente, maar 9 van de 10 wel. Maar waarom hebben alle obligaties dan niet dezelfde couponrente? Overigens zijn het niet alleen bedrijven die obligaties uitgeven, ook de Nederlandse Staat geeft deze uit. Deze obligaties heten staatsobligaties Ondernemingen en hun vreemd vermogen worden door ratingbureaus ingedeeld in risicocategoriƫn. Bekende ratingbureaus zijn Moody`s en S&P. Zij bepalen voor bijna alle beursgenoteerde ondernemingen hoe veilig het is om een obligatie van de onderneming te kopen. Als een onderneming namelijk een lening verstrekt en voor het einde van de looptijd failliet wordt verklaard, is er een grote kans dat de lening niet meer terug wordt betaald aan de geldgever. Dat betekent dat de obligatiehouder geen geld (of een gedeelte) meer terug krijgt. Dit risico wordt dus ingeschat door de ratingbureaus en zij bepalen dan ook voor elke onderneming de rating. Dit kan uiteenlopen van AAA (triple A) , voor hele solide ondernemingen tot D voor ondernemingen die weinig vertrouwen uitstralen. Nederlandse staatsobligaties hebben de hoogste rating, namelijk AAA. Op basis van deze rating en de rentestand op het moment van uitgifte van een obligatie wordt de coouponrente bepaald. Risicovollere ondernemingen hebben meestal een veel hogere couponrente op hun uitgegeven obligaties. Dat komt omdat de geldgever (de bezitter van de obligatie) een risico-opslag wil ontvangen voor het risico dat hij of zij loopt voor een eventueel faillissement. Het komt dus op het volgende neer: |
Stel u wil nu een obligatie kopen. Wat moet u betalen en wat is het rendement dat u kan behalen? Allereerst heeft een obligatie een bepaalde beurskoers. Deze beurskoers wijkt meestal af van de nominale waarde en wordt in procenten genoteerd. De nominale waarde is overigens altijd 100%. (dit wordt namelijk aan het eind van de looptijd terugbetaald aan de bezitter van de obligatie). U koopt of verkoopt de obligatie tegen de beurskoers. (in procenten genoteerd). Dat betekent dat het meestal zo is dat u aan het einde van de looptijd van de obligatie een ander bedrag ontvangt dan dat u betaalt heeft voor de obligatie, tenzij u de obligatie koopt tegen 100%! Aangezien een obligatie een beurskoers heeft, betekent dit dat u ook kan inspelen op koersveranderingen van de obligaties. U kunt bijvoorbeeld een obligatie kopen tegen een lage beurskoers en verkopen tegen een hogere beurskoers. De winst die u hieruit haalt is de koerswinst. Daarnaast ontvangt u natuurlijk de couponrente. Als u een obligatie koopt is het van belang om te kijken wanneer de couponrente uitgekeerd wordt. Hetzelfde geldt voor als u verkoopt. We gaan er gemakshalve vanuit dat de couponrente 1 keer per jaar wordt uitgekeerd. Als u een obligatie koopt betaalt u de beurskoers plus de opgelopen couponrente vanaf de laatste couponuitkering. Als u verkoopt ontvangt u de beurskoers plus de opgelopen couponrente. In het volgende voorbeeld wordt dit duidelijk gemaakt. |
John Bogle | Warren Buffet | Nick Leeson | Michael Milken |
Peter Lynch | Julian Roberston | Jim Rogers | John Templeton |
George Soros | Paul Tudor Jones |