Omschrijving
Het expiratie-effect beschrijft wat het effect is van de expiratie van derivaten op het koersverloop van hun onderliggende waarden.
Met andere woorden:
Wat gebeurt er met aandelenkoersen als hun onderliggende optieseries aflopen?
Overigens kunnen in plaats van aandelen ook andere onderliggende waarden genomen worden, zoals obligaties.
De reden dat dit effect onderzocht is, is omdat bij een bekend, zich herhalend koerspatroon bij expiratie geld verdiend kan worden.
Als we weten wat er gebeurt kunnen we er immers op antciperen.

Inleiding
Kent u de beurscrisis van oktober 1987 nog?
Op verschillende beursen schoten koersen van alle aandelen naar beneden,
Handelaren liepen mekaar ondersteboven om hun aandelen van de hand te doen,
Stress, paniek en angst voor grote verliezen verenigden zich.
Wat was er precies gebeurd? Hoe kon dit gebeuren?

Hoewel de meningen verdeeld zijn is het wel duidelijk dat de handel in onderliggende derivaten mede een oorzaak was van de plotselinge koersdalingen op zowel de Amerikaanse als de Europese beursen.
Mede naar aanleiding van deze beurscrisis en een gigantische toename van de handel in opties in Nederland is besloten om dit verder te onderzoeken. Hiervoor is een commissie ingesteld, namelijk de Commissie Onderzoek Wisselwerking tussen Effecten- en Optiebeurs. Hierbij is eigenlijk de basis gelegd voor bestudering van het Expiratie-effect in Nederland.
Het onderzoek naar het Expiratie-effect vindt zijn oorsprong in het "Nathan Report"dat in 1974 in Amerika is gepubliceerd.

Optie-expiraties zijn belangrijke gebeurtenissen die veel informatie verschaffen omtrent de invloed van de optiehandel op de aandelenhandel. Tijdens een optie-expiratie vervalt het recht dat verbonden is aan een optie om een hoeveelheid onderliggende waarde te kopen of te verkopen. Deze periode brengt meestal veel bedrijvigheid met zich mee. Deze bedrijvigheid is vooral afkomstig van optiehandelaren en arbitragehandelaren, die hun optiepostie gladstrijken en hun dekkingspositie van de hand doen.

In de zogenaamde semi-stringente vorm van de efficiëntietheorie wordt verondersteld dat alle publiekelijk beschikbare informatie in de huidige koersen verwerkt is. Dit zou betekenen dat er geen Expiratie-effect bestaat, aangezien er op basis van enkel en alleen een expiratie geen nieuwe informatie beschikbaar komt. Maar is dit ook zo? Kunnen we op basis van de expiratie niet voorpellen welke kant de koersen opgaan tijdens de expiratie periode?

terug naar boven↑

Opties en aandelen
De optiehandel staat nog steeds in het teken van de belangstelling. Voorstanders van de optiehandel benadrukken steeds dat met opties het risico verbonden aan beleggen gedeeltelijk kan worden afgewenteld op beleggers die dit risico willen dragen. Zo kan een belegger in aandelen een contract aangaan met een optiehandelaar die het neerwaartse risico op zich wil nemen. In deze situatie heeft de eigenaar van de aandelen een long positie in een put optie met als onderliggende waarde de aandelen die hij of zij bezit. De schrijver van de put optie, de optiehandelaar, heeft in dit geval de plicht om de aandelen af te nemen tegen de voorafgestelde uitoefenprijs. Dat gebeurt alleen als de koers van het aandeel zich beneden deze prijs bevindt. De aandelenbezitter verschuift het neerwaartse risico dan naar de optiehandelaar. Door deze mogelijkheid is het voor een belegger aantrekkelijker geworden om te handelen in aandelen. Een gevolg hiervan is dat de omzet op de contante aandelenmarkt hierdoor zal stijgen.

Een reden voor een dalende omzet op de aandelenmarkt door het bestaan van een optiehandel zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat beleggers sneller geneigd zijn om hun vermogens in opties te investeren in plaats van aandelen. Een motief hiervoor is dat een investering in opties relatief een stuk lager is dan in aandelen.

Opties en aandelen 2
Aan de andere kant vereist de optiehandel soms dekking op de contante aandelenmarkt. Hiervoor kunnen naast tegengestelde optieposties ook aandelen gebruikt worden. De optiehandel kan dan via de dekkingshandel eveneens een stijging van de aandelenomzet tot gevolg hebben. Door deze stijging van de omzet op de aandelenmarkt kan er sprake zijn van een dalende beweeglijkheid van aandelenkoersen. Dat is als volgt te verklaren:
Door de hogere omzet op de aandelenhandel is de gevoeligheid van de koersen voor de acties van 1 belegger kleiner. Een tweede reden is dat beleggers minder snel hun aandelen zullen afstoten als er een mogelijkheid bestaat om koersrisico's van aandelen te verschuiven naar andere beleggers. Afgezien van de verwachting van een dalende beweeglijkheid (volatiliteit) van de aandelenmarkt door het bestaan van een optiehandel is de voorwaarde voor het bestaan van een optiehandel echter dat er sprake is van enige beweeglijkheid op de aandelenhandel. Tevens is het noodzakelijk voor het bestaan van een optiehandel dat er voldoende omzet is op de aandelenmarkt. Dit is het geval op de AEX en AMX.

De kwaliteit van de aandelenhandel is af te meten aan de liquiditeit in deze handel, de mate van informatie-asymmetrie en de variantie van prijanomaliën. De kwaliteit van de aandelenhandel zal verbeteren als gevolg van het bestaan van een optiehandel door verruiming van beleggingsmogelijkheden. Een andere reden is dat goed geïnformeerde beleggers zich eerder op de optiemarkt begeven door het hefboomeffect van opties, waardoor het percentage goed geïnformeerde beleggers op de contante markt lager wordt en er minder sprake is van adverse selection. volgens onderzoek van Atulya en Shastri (1998)
Het lijkt er dus op dat de optiehandel een stabiliserende werking heeft op de aandelenmarkt, hoewel de meningen hierover verdeeld zijn.

terug naar boven↑

Onderzoek
Het onderzoek richt zich op 2 zaken, namelijk:

Resultaten en conclusie
Uit het onderzoek is gebleken dat er sprake is van een licht afwijkend koersrendement in de expiratieperioden.
Op de expiratiedag zelf is voor de AEX zelfs een significant negatief rendement gemeten. De oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk, maar het bestaan van het expiratie-effect zou een verklaring kunnen zijn. De prijsvorming op de aandelenbeurs laat zich echter niet uitputtend beschrijven. Hierbij spelen veel factoren een rol, zoals het beurssentiment en macro-econmische-variabelen. In de 19 onderzochte expiraties had geld verdiend kunnen worden als er continu put opties op de AEX index werden gekocht op de derde vrijdagochtend van de maand. Deze zouden dan aan het eind van deze dag weer gesloten moeten worden.

Dit onderzoek is verricht door Drs. B.Holtkamp in samenwerking met Dr.A.Plantinga
terug naar boven↑